Beëindiging gezamenlijk gezag

In een uitspraak van 22 september 2010 heeft het Gerechtshof Den Haag het gezamenlijk gezag van de ouders over hun kind beëindigd; in eerste instantie had de Rechtbank dit gezamenlijk gezag al beëindigd, maar de vader had tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof. Het Hof overwoog dat de ouders niet in staat waren gebleken de negatieve situatie die na hun echtscheiding was ontstaan in positieve zin bij te sturen. Sinds eind 2007 ontbrak iedere vorm van communicatie tussen de ouders. Nu de doorgaans te verwachten normalisering van de betrekkingen tussen ex-partners na echtscheiding niet had plaats gevonden, was sprake van een wijziging van omstandigheden sinds de aanvang van het gezamenlijk gezag, aldus het Hof.

Het hof achtte niet aannemelijk dat de situatie van totale afwezigheid van enige communicatie tussen de ouders binnen afzienbare tijd zou veranderen. Er bestond een groot wantrouwen tussen de ouders en er was een voortdurende strijd tussen hen gaande, wat nadelig was voor de minderjarige; de minderjarige leed onder de al jarenlang bestaande spanningen. Naar het oordeel van het hof was bovendien voldoende vast komen te staan dat de vader, op het moment dat er nog sprake was van gezamenlijk gezag, niet op verantwoorde wijze invulling wist te geven aan zijn rol als gezagsdragende ouder. De vader had om hem moverende redenen gedurende langere tijd geweigerd zijn medewerking te verlenen aan de noodzakelijke hulpverlening voor de minderjarige. De hulp die de minderjarige nodig had, was daardoor in het gedrang gekomen. Het hof acht het niet onwaarschijnlijk dat de vader ook in de toekomst zou weigeren zijn medewerking te verlenen aan voor de minderjarigen noodzakelijke hulpverlening. Bovendien, zo had de moeder onweersproken gesteld, had de vader geweigerd zijn medewerking te verlenen aan de verstrekking van een paspoort voor de minderjarigen. Het gezamenlijk gezag gaf aanleiding tot conflicten. Ook voor de toekomst was de vader niet bereid samen met de moeder beslissingen over de minderjarigen te nemen. Desgevraagd had de vader ter terechtzitting verklaard dat hij, zonder dit aan de moeder kenbaar te maken en dit met de moeder te overleggen, zelf de minderjarigen zou aanmelden bij hulpverlenende instanties indien hulpverlening naar zijn mening noodzakelijk was. Deze gerichtheid op een verregaande autonome invulling van gezag verdroeg zich niet goed met het verlangen van de vader dit gezag met de moeder te delen, aldus het Hof. Het hof was daarom van oordeel dat het in het belang van de minderjarigen noodzakelijk was dat het gezag over hen werd gewijzigd, in die zin dat de moeder voortaan het gezag over de minderjarigen alleen zou uitoefenen.

mr. Laura Cassese, advocaat & NMI gecertificeerd mediator te Almelo

About
echtscheiding, huurecht, vastgoedrecht, personen- en familierecht, mediation, alimentatie, gezag, curatele, incasso, bewind, mediator, overeenkomstenrecht, aansprakelijkheidsrecht, burenrecht, wanprestatie, naamswijziging, omgang, hoofdverblijf, mentor, strafrecht