Moet men altijd partneralimentatie blijven betalen?

In een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 3 november 2010 heeft het Hof de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie op nihil gesteld,  aangezien de vrouw naar het oordeel van het Hof in staat moest worden geacht om volledig in haar eigen levensonderhoud te voorzien.

Partijen waren gehuwd op 19 maart 2001 en op 18 juli 2007 was hun huwelijk ontbonden door inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. De man had de Nederlandse nationaliteit en de vrouw de Cubaanse. Eerder was door de Rechtbank vastgesteld dat de man een bedrag van € 450,00 per maand aan de vrouw diende te voldoen ter zake van partneralimentatie. De man wenste thans dat de door hem aan zijn ex-vrouw te betalen alimentatie op nihil werd gesteld, omdat zij naar de mening van de advocaat van de man thans in staat moest worden geacht om in haar eigen levensonderhoud te voorzien.

Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting was het Hof van oordeel dat de vrouw onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zij niet in staat was in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Het Hof constateerde dat de vrouw veel onduidelijkheid had laten bestaan over haar inkomen en verdiencapaciteit. Zo had zij geen genoegzaam onderbouwde verklaring kunnen geven voor de bestaande discrepantie tussen het inkomen van € 7.474,- bruto vermeld op de jaaropgave 2009 en het inkomen van € 18.947,- bruto in het kader van de zorg- en huurtoeslag 2010. Evenmin was duidelijk waarom zij geen aanspraak had gemaakt of kon maken op een uitkering teneinde haar inkomen aan te vullen. Mede gelet op de ter terechtzitting gedane verklaring van de vrouw, dat zij in het verleden naast haar reguliere inkomsten ook zwarte inkomsten had gehad, ging het Hof ervan uit dat zij een hogere verdiencapaciteit had dan zij thans benutte. Zo had zij nagelaten een recente medische verklaring te overleggen ter onderbouwing van haar lichamelijke beperkingen, had zij geen stukken overgelegd waaruit haar sollicitatie-inspanningen bleken en had zij de door haar gestelde gevolgen van de economische crisis niet nader geconcretiseerd. Voorts was het Hof van oordeel dat de taalbarrière, gelet op het verhandelde ter terechtzitting en de omstandigheid dat zij al geruime tijd in Nederland verbleef, geen onoverkomelijke belemmering voor haar arbeidsparticipatie behoefde te zijn.

Nu het Hof geen inzicht had kunnen verkrijgen in de feitelijke inkomsten van de vrouw en het Hof haar in staat achtte een grotere verdiencapaciteit te benutten, kon de vrouw naar het oordeel van het Hof in staat worden geacht volledig in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Zodoende had zij geen behoefte aan een aanvullende uitkering ten laste van de man. Het verzoek van de man om de door hem te betalen partneralimentatie op nihil te stellen, werd dus toegewezen door het Hof.

mr. Laura Cassese, advocaat & NMI gecertificeerd mediator te Almelo

About
echtscheiding, huurecht, vastgoedrecht, personen- en familierecht, mediation, alimentatie, gezag, curatele, incasso, bewind, mediator, overeenkomstenrecht, aansprakelijkheidsrecht, burenrecht, wanprestatie, naamswijziging, omgang, hoofdverblijf, mentor, strafrecht