Het begint altijd goed. Mensen gaan samenwonen of trouwen en kopen een huis. Voor de hypotheek zal de bank beide personen als hoofdelijke schuldenaars in de hypotheekakte opnemen. Ieder is dan voor de hele schuld aansprakelijk.
Loopt de relatie eenmaal stuk, dan moet er een beslissing worden genomen. Wordt het huis verkocht? Of neemt een van beiden de woning over?
In het eerste geval kan een makelaar worden ingeschakeld. Een overwaarde wordt eerlijk verdeeld.
In het tweede geval dient de overnemende partner de ander uit te kopen en moet contact worden gelegd met de bank om ervoor te zorgen dat de ander wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.
De praktijk leer dat dit laatste wordt vergeten of dat er te lang mee wordt gewacht met alle gevolgen van dien.
Immers, zolang de bank de vertrekkende partner niet uit de hoofdelijkheid ontslaat, blijft deze tegenover de bank (mede)aansprakelijk voor de gehele schuld.
Het kan gebeuren dat de ‘achterblijver’ in inkomen terugvalt of dat er andere problemen ontstaan die tot gevolg hebben dat er een betalingsachterstand ontstaat. In dat geval zal de bank de lening opeisen en dreigt een executoriale verkoop.
De ex-echtelieden / partners lopen dan kans met een forse restschuld achter te blijven.
Om dit te voorkomen dient dan alsnog zo snel mogelijk een makelaar te worden ingeschakeld om de woning in de verkoop te zetten. Diegene die niet meewerkt aan het verkopen van de woning kan zonodig door de voorzieningenrechter in een kortgeding daartoe worden gedwongen.
Moraal van het verhaal is om – hoe lastig soms ook – bij het uit elkaar gaan in een vroeg stadium goede afspraken te maken en de hulp van een makelaar, de hypotheekadviseur en zo nodig de advocaat in te roepen.
Diederik Briedé