Mijn klant huurt een achterhuis in een vrijstaande woning. Op enig moment gaat de verhuurder failliet. De curator vordert de ontruiming van het gehuurde omdat het pand met huurder te weinig opbrengt om de gezamenlijke schuldeisers te voldoen. De curator vordert daarom de ontruiming van het pand en mijn klant. Bij vonnis van 30 juli 2012 van de voorzieningenrechter in Almelo is de ontruiming toegewezen. De voorzieningenrechter baseert dit op het zogeheten Nebula-arrest van de Hoge Raad van 3 november 2006. In die zaak moest de huurder inderdaad het veld ruimen omdat anders het beginsel van de gelijkheid van crediteuren in het faillissement wordt doorbroken. Immers, de huurder is ook een schuldeiser en als hij mag blijven krijgt hij voorrang boven de andere schuldeisers die ‘achteraan moeten aansluiten’. Gelet op de vergaande maatschappelijke consequenties van een dergelijke uitspraak hebben wij beroep ingesteld bij het hof Arnhem. In zijn uitspraak van 6 november 2012 bevestigt het gerechtshof Arnhem alsnog dat de gewone huurovereenkomst niet door het faillissement van de verhuurder wordt geraakt. De zaak van het Nebula-arrest wijkt van mijn zaak af omdat het daar ging om verhuur die zonder toestemming van de failliete verhuurder en de curator was afgesloten door de economische eigenaar. Zo werd de failliete boedel benadeeld. Kortom: in normale gevallen wordt de huurder van woonruimte in het geval van het faillissement van de verhuurder gewoon beschermd.
mr. D.F. Briedé, advocaat te Almelo