Na te zijn weggestuurd van de Olympische Spelen spande ringspecialist Yuri van Gelder een kort geding aan tegen de sportkoepel NOC*NSF. In deze spoedprocedure eiste hij alsnog deelname aan de finale.
De voorzieningenrechter stelde Van Gelder in het ongelijk maar gaf daarbij geen motivering. Die zou nog worden uitgewerkt.
Onder rechters wordt dit een ‘kop-staartuitspraak’ genoemd. De partijnamen zijn bekend (de ‘kop’) als ook de beslissing onder de streep (de ‘staart’) maar de motivering volgt soms een week of twee later.
In artikel 121 van de Grondwet is vastgelegd dat alle vonnissen de gronden waarop zij rusten vermelden en in het openbaar worden uitgesproken.
Dat ter zitting een uitspraak wordt gedaan maar nog geen (desnoods: summiere) uitleg wordt gegeven, is hiermee in strijd.
Rechters brengen daar tegenin dat motiveren “tijd kost”. Dat is natuurlijk zo. En ik begrijp ook wel dat rechters terughoudend zijn en de dingen eerst graag tot in de punten uitzoeken. En wat een rechter ter zitting zegt, daar ontleent men gezag aan.
Dat laat echter onverlet dat naar mijn mening de rechter altijd moet motiveren, ongeacht de procedure. Dit betekent dat in een spoedprocedure van de gevallen ringspecialist de rechter het niet kan laten bij de uitslag maar direct ter zitting moet motiveren, al is het maar summier.
Immers, als een rechter een beslissing kan nemen, weet hij of zij ook wat de doorslag gaf en kan dit ook met partijen worden gedeeld.
Gebeurt dit niet, dan leidt dit alleen maar tot nadelen.
De rechter laat de verdenking op zich dat hij “zo en zo beslist” en daar later wel de argumenten bij zoekt. Dat kan niet de bedoeling zijn. De verliezende partij blijft vertwijfeld achter. Het is onbevredigend om niet te weten waarom je verliest.
Onderzoek (https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Research-Memorandum-2015-2-Promis.pdf) wijst uit dat beter motiveren de acceptatie van uitspraken verhoogt.
Ook komt het de ‘openbaarheid’ van uitspraken ten goede. Pers en publiek kennen direct de motivering en kunnen daar wat van vinden.
Vandaar dat het tijd wordt dat de praktijk van de kop-staartuitspraak snel wordt uitgebannen.
Diederik Briedé