Rechter zet streep door verhuurderheffing
Verhuurders die meer dan 10 sociale huurwoningen verhuren, betalen een heffing over de waarde van de huurwoningen. In uitspraak van 27 september 2016 (vindplaats: rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBGEL:2016:5131) heeft de rechtbank Gelderland een streep gezet door de verhuurderheffing. Deze werd in rekening gebracht bij een verhuurder van een hofje met 24 woningen die worden verhuurd aan behoeftige groepen van de samenleving tegen een lage huurprijs. De verhuurder had aanvankelijk zonder succes bij de Belastingdienst bezwaar gemaakt tegen de verhuurderheffing. In beroep bij de rechtbank stelt de verhuurder dat als gevolg van de heffing, het resultaat negatief is. De rechtbank oordeelt dat de heffing een onevenredige last is ten opzichte van andere verhuurders. De rechter heeft in deze zaak getoetst of de heffing proportioneel is. Daarbij wordt het algemeen belang dat gediend is met de verhuurderheffing afgewogen tegen de bescherming van individuele grondrechten. De rechtbank Gelderland vindt dat er sprake is van een dergelijke individuele en onevenredige last. Feitelijk is door de heffing sprake van een onrendabele exploitatie. De statutaire doelstelling van het hofje wordt door de heffing onmogelijk gemaakt. Verkoop lijkt noodzaak. Door de uitspraak is de verhuurder voorlopig gered. Afgewacht zal moeten worden op de Belastingdienst hoger beroep instelt.