Huurkorting wegens corona: nadeel 50/50 verdelen tussen huurder en verhuurder
TVL moet van de vaste lasten worden afgetrokken.
Horecabedrijven hebben recht op een huurkorting wegens corona. Inmiddels bestaan er 8 methodes om het recht op huurvermindering te berekenen. Rechters zagen door de bomen het bos niet meer. Aan de Hoge Raad werden vragen gesteld om meer duidelijkheid te krijgen. Dat bevordert de rechtszekerheid. Heet van de naald heeft de Advocaat-generaal bij de Hoge Raad een advies gepubliceerd. Meestal volgt de Hoge Raad het advies van de A-G. De gedwongen sluiting van de horeca als gevolg van de coronapandemie is volgens de A-G aan te merken als een ‘gebrek’ aan het gehuurde. De huurder heeft daarom inderdaad aanspraak op huurvermindering c.q. huurkorting. Ook is de coronapandemie een onvoorziene omstandigheid waardoor de normale huurprijs niet kan blijven bestaan. Er bestaat dan recht op een tijdelijke huurkorting die is gebaseerd het verlies aan omzet dat is toe te rekenen aan de coronacrisis. Als uitgangspunt adviseert de A-G om de huurkorting te berekenen door het nadeel 50/50 tussen huurder en verhuurder te delen. Zoals het hof Amsterdam al eens oordeelde moet bij de toepassing van de 50/50-formule de TVL niet bij de omzet worden opgeteld maar worden afgetrokken van de vaste lasten. Veelal worden adviezen van de A-G overgenomen. Het wachten is op het oordeel van de Hoge Raad. Voor verdere vragen kunt u contact opnemen.
Diederik Briedé