Raad van State: de overheid moet evenredige besluiten nemen.
De Raad van State legt het evenredigheidsbeginsel verder uit
De Raad van State oordeelt in een recente uitspraak dat de overheid evenredige besluiten moet nemen. Bij het nemen van besluiten moet de overheid (het bestuursorgaan) rekening houden met de beginselen van behoorlijk bestuur. Ook de bestuursrechter die een overheidsbesluit toetst moet aan de hand van deze beginselen een oordeel geven. Zo moeten besluiten van de overheid evenredig zijn. Dit betekent dat een besluit niet onnodig belastend is ten opzichte van het doel ervan. Dat is waar het evenredigheidsbeginsel grotendeels over gaat. In de uitspraak legt de Raad van State het evenredige karakter van besluiten verder uit. In die zaak ging het om een woningsluiting door de burgemeester op basis van de Opiumwet. Volgens de Raad van State moet de bestuursrechter toetsen of het besluit (1) geschikt is om het doel te bereiken en (2) of het noodzakelijk is of met een minder vergaande maatregel kan worden volstaan en (3) of de maatregel evenwichtig is. In het geval van de woningsluiting vindt de Raad dat de burgemeester zich had moeten afvragen of de sluiting wel noodzakelijk was en of het gezin nog kon terugkeren bij de woningcorporatie. Met deze uitspraak neemt de Raad van State duidelijk afstand van de tot nu toe heersende leer dat de overheid een ruime vrijheid krijgt om besluiten te nemen en dat de rechter zich bij de toetsing terughoudend opstelt. Voortaan moet beter gekeken worden naar de individuele belangen die bij een besluit van de overheid betrokken zijn. Zo worden er evenredige besluiten genomen. Ongetwijfeld heeft bij deze ‘draai’ van de Raad van State de toeslagenaffaire een grote rol gespeeld. Heeft u ook te maken met een belastend overheidsbesluit, neem dan contact met ons op.
Diederik Briedé